Informatieavond moet Vlissingse raadsleden motiveren om excuses te maken voor het slavernijverleden

Het is belangrijk dat Vlissingen excuses maakt voor het slavernijverleden, vindt CU-raadslid Pieter Jan Mersie. Vandaar dat hij een initiatiefvoorstel heeft ingediend bij de gemeenteraad die dit 30 maart bespreekt. Ter voorbereiding hierop kwamen de raadsleden alvast bijeen op een informatieavond in het gemeentehuis. Nazaat van de slaven Siegfried Steglich was hier ook bij aanwezig en deelde zijn verhaal.

“Ik ervaar nog steeds wel pijn uit het verleden. Ik zou mezelf kunnen wijsmaken dat ik voortdurend op 1-0 achterstand zit in de samenleving”, zegt Steglich. Gelukkig is hij daar niet continu mee bezig en kan erover praten met geestverwanten. Toch zou een excuses vanuit de gemeente deze achterstand wel een beetje kunnen rechttrekken. “Dat is niet iets wat van de een op de andere dag gebeurd, maar het zou de pijn wel kunnen verzachten.”

Belangrijkste slavenleverancier van Nederland

In de presentatie van hoogleraar zeegeschiedenis, Henk den Heijer, werd duidelijk dat er een periode was dat de economie voor een groot gedeelte draaide op de slavenhandel. “Vooral vanaf 1750 tot 1780 was het big business. Meer dan 70.000 slaven werden vervoerd vanuit Afrika naar de kolonie in Amerika. Dan kun je zeggen dat Vlissingen ook de belangrijkste slavenleverancier wordt vanuit Nederland”, aldus Den Heijer.

Het is voor Mersie geen titel om trots op te zijn en daarom schrok hij er ook behoorlijk van. “Ik dacht dat Middelburg en Amsterdam de steden waren die hier volop mee bezig waren, maar in Vlissingen was het eigenlijk veel groter”, zegt hij. “Gemeentebestuurders waren hier actief bij betrokken. Dat je daarvoor excuses aanbied als rechtsopvolger van het gemeentebestuur van destijds, dat lijkt mij logisch.”

Er waren zo’n dertig mensen op de bijeenkomst afgekomen waaronder raadslid Coen van Dalen. “Het excuus heeft ook te maken met naar elkaars verhalen te luisteren en elkaars gevoelens te respecteren, vandaar dat ik voor ben.” Zijn collega Rieky Bostelaar is het daarmee eens: “Ik hoop dat het excuus er komt. Het liefst zou ik zien dat het meer vanuit het hart van de mensen komt en dat we er minder discussie over zouden moeten hebben en dat we overgaan tot actie.”

Herdenkingsjaar Slavernijverleden

Dit jaar is het 150 jaar geleden dat de slavernij in Nederland werd afgeschaft, vandaar dat 2023 is uitgeroepen tot herdenkingsjaar van het slavernijverleden. De nationale herdenking is op 1 juli, dan vindt Mersie het de uitgelezen kans om excuses uit te spreken. “Mocht er geen excuses komen dan zou ik er niet teleurgesteld in zijn, maar ik zou wel de conclusie trekken dat ze nog niet zo ver zijn. Ik blijf hoop houden dat het excuses er ooit komt”, aldus Steglich.

Dit is een artikel van Omroep Zeeland.