‘Wethouder Vader gefaald bij Intervence, hij moet opstappen’

Albert Vader heeft als wethouder jeugdzorg van de gemeente Vlissingen gefaald in het hele Intervence dossier. Hij moet opstappen. Dat vinden verschillende bronnen die het debacle rondom de jeugdbeschermingsorganisatie in Middelburg van dichtbij hebben meegemaakt.

Het Intervence-dossier staat vanavond op de agenda van de gemeenteraadsvergadering in Vlissingen. Zes oppositiepartijen vinden dat wethouder Vader op zijn minst excuses moet maken. Die excuses moeten gemaakt worden aan betrokken kinderen, ouders en jeugdbeschermers. Vanavond zullen deze partijen dat officieel aan hem vragen in een zogenoemd amendement. Ruud Kleefman van de POV gaat nog een stap verder, hij vindt dat de wethouder moet opstappen.

Aanleiding voor de vergadering vanavond is een recent rapport van gezamenlijke rekenkamers. Daaruit komt het beeld naar voren dat wethouders, verenigd in een bestuurscommissie, hun boekje ver te buiten zijn gegaan. Een citaat uit het rapport: “Die commissie was bevoegd om besluiten te nemen over het verlengen van het contract met Intervence, maar ze mochten zich niet bemoeien met de bedrijfsvoering. Dat deden ze wel.”

Bronnen die de hele kwestie rondom Intervence van dichtbij hebben meegemaakt, gaan nog een stap verder dan dat rapport. Zij uiten zware kritiek, vooral richting bestuurders. Zij willen alleen anoniem hun verhaal doen. Hun namen zijn bekend bij Omroep Zeeland.

De kritiek gaat vooral over de rol van Vader in de zogenoemde ‘kopgroep’ van wethouders. Dat zit zo: Sinds 2015 zijn gemeentes verantwoordelijk voor de jeugdzorg in Zeeland. De wethouders gingen over de inkoop van de zorg en zaten daarvoor samen in een bestuurscommissie. Uit die bestuurscommissie werd weer een kopgroep geformeerd.

Veel onrust

In die groep zaten drie of vier soms wethouders. Albert Vader van Vlissingen, Jack Werkman van Sluis en René Ruissen van Hulst vormden samen de kern. Halverwege 2020 kwam de kopgroep vaker bij elkaar om te kijken hoe het verder moest met jeugdbescherming in Zeeland.

Bronnen die Omroep Zeeland sprak zeggen dat de kopgroep te sturend was in het willen stoppen met Intervence en in het willen ‘opknippen’ van de organisatie. Daarom zou Vader nu zijn conclusies moeten trekken.

Alle gemeenteraden hebben gesproken over het rekenkamerrapport. De meeste waren tevreden met het overnemen van de aanbevelingen. De raad in Middelburg eiste excuses van de betrokken wethouders.

‘Het woord kind is niet gevallen’

Datzelfde vroegen afgelopen donderdag zes partijen in de raad van Vlissingen. In een amendement dat zij toen aankondigden en vanavond indienen vragen zij Vader verantwoording af te leggen en energie te steken in het herstellen van relaties met onder meer jeugdbeschermers en cliënten.

Priscilla Kuipers van de SP: “Het woord kind is de hele vergadering afgelopen donderdag niet gevallen. Ook vond ik het ongepast dat hij om applaus vroeg. Terwijl wij juist vragen om zelfreflectie en excuses.”

Ook Ruud Kleefman (POV) en Frances Oreel vinden de reactie van Vader tot nu toe ’teleurstellend’. Oreel hoopt op excuses. Kleefman vindt dat Vader zijn conclusies moet trekken.

De bronnen die Omroep Zeeland sprak hebben oog voor de omstandigheden. In 2015 ging de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg van het Rijk naar de gemeentes. Dat ging gepaard met een fikse bezuiniging. Het idee was dat gemeentes dichter bij de burger staan en daardoor ook eerder ingrijpen, waardoor duurdere jeugdzorg niet of minder nodig zou zijn. Dat is niet uitgekomen.

De kosten stapelden zich alleen maar op. Het was voor iedereen pionieren. Dat beeld schetst het rekenkamerrapport ook.

Toch hadden de wethouders ook in die lastige omstandigheden niet zo ver mogen en kunnen gaan, zeggen betrokkenen:

Een anonieme bron vertelt tegen Omroep Zeeland: “Wat zou getuigen van sterk leiderschap: fouten die de wethouders hebben gemaakt erkennen. En er ook gevolgen uit zouden trekken. Dat gebeurt nu niet. Het reflectievermogen van de wethouders is minimaal. Zo is er ook geen waarborg dat het niet nog eens zo gebeurt.”

Vader zegt er pas vanavond een reactie op te willen geven. Wel uitte hij tijdens de commissievergadering vorige week donderdag kritiek op het rapport. Hij vond dat de onderzoekers belangrijke ‘keyholders’ als betrokken ambtenaren en externe deskundigen niet had bevraagd. En dat de kosten voor jeugdbescherming nu juist lager zijn dan onder Intervence. “Er is rust in de tent. Daar gaat het om,” zei hij vorige week.

Intervence, een hoofdpijndossier voor alle betrokkenen

Eind 2020 besloten de Zeeuwse zorgwethouders te stoppen met de jeugdhulp van Intervence. Ze waren ontevreden over het functioneren van deze organisatie. Hun idee; de organisatie opknippen en de hulpverleners, kinderen en gezinnen onderbrengen bij drie andere jeugdbeschermingsorganisaties.

Het plan leidde tot onrust bij de gezinnen die hulp kregen via Intervence. Ook personeel was verontwaardigd over de beslissing. Jeugbeschermers stapten op. Wat weer tot problemen leidden in de begeleiding van de gezinnen.

Bemoeienis uit Den Haag leidde er uiteindelijk toe dat het plan van de wethouders niet doorging en Intervence werd overgenomen door één grote organisatie: JB West.

Dit is een artikel van Omroep Zeeland.

Albert Vader, wethouder jeugdzorg in Vlissingen, heeft gefaald. Vinden diverse betrokkenen (foto: Omroep Zeeland)