Politieke partijen missen ambitie en perspectief in Kadernota 2025 gemeente Vlissingen
De Vlissingse gemeenteraad heeft woensdagavond de Kadernota 2025 vastgesteld. Dat ging niet zonder slag of stoot. Veel partijen uitten kritiek op het ambitieniveau van het college van B en W, dat zich in hun ogen verschool achter de Artikel 12-status van Vlissingen. Het college gaat aan de slag met de verhoging van de inkomensgrens voor huishoudens met een minimuminkomen in de gemeente.
Enkele weken terug maakte het college van B en W bekend dat een einde aan de Artikel 12-status er nog niet in zat. Deze status houdt in dat Vlissingen onder toezicht staat van het Rijk en de Artikel 12-inspecteur. Oorzaak is een tekort van 4,4 miljoen euro, onder meer door een lagere uitkering van het Rijk voor de gemeenten en de hogere kosten voor de jeugdhulp. Die zijn de afgelopen jaren flink gestegen en de verwachting is dat deze kosten verder zullen oplopen. Positief was wel weer de eenmalige opbrengst van 9 miljoen euro uit grondexploitatie voor woningbouw over 2023, maar dat haalt Vlissingen nog niet uit de Artikel 12-status.
Krachtiger minimabeleid
Het startpunt voor de kadernota is het bestaande beleid zoals opgenomen in de programmabegroting 2024, aldus het college van B en W. “Vanuit deze begroting kunnen we geen sluitend meerjarenperspectief aanbieden. Dat betekent een kadernota zonder nieuw beleid en zonder nieuwe ambities. Het niet sluitende perspectief wordt onder andere veroorzaakt door een verlaging van de algemene uitkering van circa 5 miljoen euro vanaf 2026.”
De fracties Partij Souburg-Ritthem (PSR) en Lokale Partij Vlissingen (LPV) spraken zich nogmaals uit voor een krachtiger minimabeleid, met verhoging van de inkomensgrens van 110 naar 120 procent van het sociaal minimum. “Het gaat wel goed met de stad”, zei John Dooms van LPV, met het oog op de vele initiatieven en nieuwbouw. “Maar een uitzicht op betere tijden voor de gemeente is er nog niet. Onderhoudsachterstanden zijn nog wel zichtbaar. Een goed armoedebeleid is erg belangrijk, in het belang voor de vele kwetsbaren in onze stad. Ook de jeugdzorg blijft een zorgenkind.”
Samen uitweg zoeken
De partij POV zag als oorzaak van het geldgebrek een slecht functionerend gemeentelijk apparaat, waar het college van B en W volgens fractievoorzitter Pim Kraan geen grip op krijgt. “Wat is de route richting exit uit de Artikel 12-status?”, wilde hij weten. “Ooit is het een keer klaar, want dit kan niet altijd blijven voortduren.” Hij pleitte ervoor samen met de oppositiepartijen een uitweg te zoeken.
Frances Oreel van de PvdA maakte zich sterk voor meer betaalbare (huur-)woningen. Het is met het oog op de vergrijzing belangrijk om meer jongeren in Vlissingen te houden of te laten terugkeren naar de stad na hun studie, zei ze. Ook uitte ze kritiek op de gemeentelijke informatievoorziening, die in haar ogen niet bijdraagt aan het vertrouwen in de overheid. Ook sprak ze haar afkeuring uit dat het college unaniem aangenomen moties rond het armoedebeleid eerder naast zich neer legde.
Cultuurbeleid
Albert van der Giessen van de VVD vond het tekort van ruim 4 miljoen euro zorgwekkend en sprak nogmaals zijn steun uit voor het armoedebeleid. “Als het aan ons ligt gaat de inkomensgrens voor mensen met een minimuminkomen naar 130 procent en een speciale regeling voor gezinnen met kinderen. We moeten daarbij ook inzetten op reïntegratie.” Hij vroeg ook om ambitie en een gedegen cultuurbeleid om de stad te laten bloeien en groeien.
Sogand Mohandes van GroenLinks noemde aandacht voor jongeren. “Jongeren voelen zich vaak verloren en niet gehoord bij de gemeente, merk ik in gesprekken.” Ze vroeg ook aandacht voor armoede, natuur, betaalbare huisvesting en vooral een stad waar iedereen er bij hoort. “Het college mag wat ons betreft meer doen. En wat betreft de extra kosten voor een hogere inkomensgrens moeten we naar Den Haag gaan om meer geld te krijgen, want we redden het zo niet.”
Van Woelderenlaan
Lilian Janse-Van der Weele (SGP) vond dat de nadruk in de Kadernota 2025 te veel lag op armlastigheid. “Wat willen we en hoe gaan we dat doen?’, was wat ze wilde horen van het college. Ze miste het herstel van de wegens onveiligheid gesloten Kazematten en vroeg waar de aangekondigde verkeersmaatregelen voor de Van Woelderenlaan in Vlissingen en de bewaakte fietsenstalling in de binnenstad blijven. Ook noemde ze de woningnood en pleitte ze voor meer woningen voor de diverse groepen inwoners van de gemeente.
Priscilla Kuipers zag de kernwaarden van haar partij SP niet terug in de Kadernota 2025. Prestigeprojecten gaan voor zorg voor de inwoners, vond ze. Ocker Ghering (D66) ziet nog steeds veel fout gaan, met projecten zonder goede financiële onderbouwing. Te optimistische verwachtingen zijn volgens D66 de oorzaak. Hij noemde als voorbeeld de aanleg van Baskensburg West.
Niet vrolijk
Marin de Zwarte (CDA) sprak over een kadernota waar je niet vrolijk van wordt. “Na tien jaar Artikel 12-status komen we nog steeds structureel geld tekort. Ook hebben we als gemeente er meer en grotere taken bij gekregen van het Rijk.” Hij vond het vreemd dat er wel structureel extra geld is gereserveerd voor de duurdere jeugdhulp, maar niet voor het optrekken van de inkomensgrens voor minima naar 120 procent.
Pieter Jan Mersie van Christen Unie vond dat het college te bang is voor de Artikel 12-inspecteur. “We moeten naar Den Haag om structureel extra middelen te krijgen. Een keer een brief schrijven naar Den Haag is niet genoeg.” Er was nog discussie over de vraag of Vlissingen vanwege de Artikel 12-status nu juist extra geld krijgt van het Rijk, of juist minder geld dan andere gemeenten. POV meende van wel, anderen weer niet.
Reacties college
Daarna kwam het college aan het woord. Wethouder Geoffrey Sips, met portefeuille financiën, begreep de teleurstelling van de gemeenteraad over een niet-sluitende Kadernota 2025. Voor Wilfried Boonman, nog maar onlangs begonnen als wethouder voor de VVD na het vertrek van Sal Cracau, was dit de eerste kadernota die hij hier meemaakte. “De Van Woelderenlaan heeft mijn volledige aandacht”, verzekerde hij de SGP.
Jeroen Portier, wethouder sociaal domein en armoede, benadrukte dat het niet zo is dat het college de unaniem gesteunde motie voor het optrekken van de inkomensgrens voor sociale minima naast zich neer legt. “Maar we kunnen niet zomaar zeggen dat we dat wel even gaan doen. Alles uitrekenen en mogelijk beleidsregels aanpassen, dat doen we niet even in een paar weken tijd. We praten ook met andere gemeenten, waaronder Roosendaal en Amsterdam hoe zij te werk gaan met armoedebeleid. Daar kunnen we van leren. Maar het heeft wel tijd nodig en vragen uw begrip. We verwachten nog deze maand hier mee verder te gaan.”
