Verlangen naar Veere start op 16 april; Gedeputeerde Anita Pijpelink geeft het startsein

Op zondag 16 april geeft Perry Moree een lezing over de schrijver Nescio die vele voetstappen heeft
gezet in Veere. Nescio die in 1908 aanvankelijk Veere maar ‘nix an’ vond, raakte gaandeweg steeds meer onder de bekoring van Walcheren en vooral Veere. De stad Veere figureert in Nescio’s bekendste verhaal De uitvreter, gepubliceerd in 1911.


Het Smaek-atelier van Perry Moree met de titel ‘Verlangen zonder te weten waarnaar’ is de eerste
van een reeks van activiteiten die Museum Veere en de Smaek van Zeêland organiseren onder het
motto: ‘Verlangen naar Veere’. Museum Veere en de Smaek van Zeêland verzorgen de komende
maanden diverse Smaek-ateliers over de zintuigen zien, horen, voelen, ruiken en proeven. Mevrouw
Anita Pijpelink, Gedeputeerde Cultuur en Natuur zal het startsein geven voor dit project dat mede
gesponsord is door de Provincie Zeeland en de Gemeente Veere.


Over de schrijver Nescio ( pseudoniem van Jan Hendrik Frederik ‘Frits’ Grönloh, Amsterdam 1882-
Hilversum 1961 ) werd wel beweerd dat hij medio 1908 in Veere werd geboren. In zekere zin is dit
waar. Immers, Frits Grönloh bezocht Walcheren in de zomer van 1908. Lang leek het erop dat het
verhaal over de uitvreter Japi (‘Zijn achternaam heb ik nooit geweten’) tezamen gebundeld met
Titaantjes (1915) en Dichtertje (1918) Nescio’s enige werk zou blijven. Het bundeltje Mene tekel
(1946) werd vanaf 1956 toegevoegd aan de andere verhalen. Pas in 1961, kort voor Nescio’s dood
verscheen tot ieders verrassing bij uitgeverij Van Oorschot Boven het dal en andere verhalen. Nescio
schreef het mooiste Nederlands ooit en zijn werken worden, in tegenstelling tot vele andere
klassieke Nederlandse schrijvers, nog steeds gelezen en heruitgegeven. De woorden van Nescio
roepen alle denkbare zintuigen op. Hij past goed in het programma ‘Het verlangen naar Veere’
omdat hij in Veere juist die intense belevingen beschrijft.


Perry Moree (Vlaardingen, 1960) is directeur van ZB Bibliotheek van Zeeland in Middelburg. Hij is
historicus, een groot bewonderaar van Nescio en heeft een grote verzameling Nesciana. Zijn lezing
bestaat uit twee delen: eerst een verhaal over Nescio zelf, zijn leven en werken, zijn verblijven in
Veere (en Zeeland) en iets over wat hij, als rasechte Amsterdammer, van Rotterdam vond. Ten
tweede zal hij een aantal hoogtepunten uit zijn Nescio-collectie tonen en beschrijven, waaronder alle
tijdens het leven van de auteur uitgegeven drukken en handschrift van Nescio