Veere wil maximaal twee kleine windmolens per boerenbedrijf toestaan

Door Adrie Boxmeer

Agrariërs in de gemeente Veere mogen onder voorwaarden maximaal twee kleine windmolens bij hun bedrijf plaatsen. De as van de molens mag niet hoger zijn dan 15 meter en de wieken niet hoger dan 21 meter gemeten vanaf de grond. De stroom is alleen bestemd voor eigen gebruik. Dat staat in het beleidskader ‘Kleine windmolens op land’ dat de gemeente heeft gepubliceerd. Maandagavond 17 juni sprak de raadscommissie Ruimtelijke Ontwikkeling erover.

Het college van burgemeester en wethouders (B en W) bakent het gebied waar agrariërs windmolens bij hun bedrijf mogen plaatsen scherp af. Het mag niet in natuurgebieden, in de dorpen en kernen, in de duinen en een strook daarachter en op of bij bedrijventerreinen. De molens moeten onderdeel zijn van het erf of daar niet meer dan 21 meter vandaan staan. Ook stelt B en W eisen aan het uiterlijk van de molens. Zo moet de kleur bij de omgeving passen: grijs, groen of een natuurlijk materiaal. Ook mag een molen maximaal drie wieken hebben.

Aantal beperkt houden

In een voorstel aan de gemeenteraad schrijft B en W: ‘Uit landschappelijke overwegingen wil Veere het aantal windmolens beperkt houden. Ook moet extra druk op het elektriciteitsnet worden voorkomen. Om deze redenen staan we alleen windmolens bij agrarische bedrijven toe.’ Voordat een agrariër een windmolen mag plaatsen, moet hij eerst hebben onderzocht of de plaatsing van zonnepanelen op zijn daken een mogelijkheid is.

Oorspronkelijk wilde de gemeente drie windmolens per boerenbedrijf toestaan. Maar na een inspraakronde heeft men dat teruggebracht tot twee. B en W adviseren de gemeenteraad om na anderhalf jaar te evalueren of de regels nog steeds voldoen.

Er werd tijdens de commissievergadering maandagavond veel en langdurig gediscussieerd over het voorstel. Wordt dus vervolgd.