Opmerkelijk: een inwoner van Veere wil graf op zijn eigen terrein

Het is geen alledaags verzoek waar de gemeente Veere zich over moet buigen. Een inwoner wil namelijk iemand begraven op eigen terrein. Het is niet bekend of dat voor hem- of haarzelf is of voor een familielid. Omdat dit alleen maar kan met toestemming van de gemeenteraad en het college van B&W, praat de raadscommissie Maatschappelijke Ontwikkelingen vanavond over deze zaak.

De gemeente Veere heeft het ingenieursbureau Kybis in Boxtel, gespecialiseerd in de exploitatie van begraafplaatsen, om advies gevraagd. Volgens Kybis is begraven op eigen terrein al heel lang toegestaan in Nederland. In de Begrafeniswet van 1869 is er al sprake van. De hedendaagse Wet op de lijkbezorging noemt drie instanties die een begraafplaats mogen onderhouden: een kerkgenootschap, een rechtspersoon (meestal een stichting of een vereniging) en een natuurlijk persoon.

Kybis concludeert dat ‘het dus niet mogelijk is om begraven op eigen terrein op voorhand en volledig uit te sluiten. Het is wel raadzaam dat de gemeente het standpunt hanteert: bij voorkeur niet, maar met aantoonbare zwaarwichtige argumenten en na zorgvuldig onderzoek naar de ruimtelijke en technische omstandigheden wordt in beginsel wel medewerking verleend’.

Voorwaarden

Er gelden wel diverse voorwaarden. Zo moet het om een kleine begraafplaats gaan, de aanvrager is eigenaar van de grond en hij of zij wil daar familieleden laten begraven of zelf begraven worden. Het terrein mag niet binnen de bebouwde kom liggen, heeft een afsluitbare omheining en is niet zichtbaar vanaf de openbare weg. De totale oppervlakte moet minimaal 10.000 m2 (1 hectare) zijn en de eigenlijke begraafplaats niet groter dan 100 m2. Ook mogen er niet meer dan tien graven zijn.

Ook moeten de graven minstens dertig meter van woningen, gebouwen, de openbare weg of de erfgrens liggen en vijf meter van ondergrondse kabels en leidingen. De kisten moeten minimaal 65 cm onder de grond (het maaiveld) begraven worden, maar wel weer dertig cm boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand, terwijl de afstand tussen de graven ten minste dertig cm moet zijn.

Uiteindelijk moet de gemeenteraad het terrein aanwijzen als bijzondere begraafplaats. Daarna dient het college van B&W toestemming te geven om daadwerkelijk iemand er te begraven. Dit wordt slechts geweigerd als er niet aan de wettelijke voorschriften is voldaan. Het college kan wel bepalen dat er aan passingen nodig zijn aan het terrein voordat het goedkeuring geeft.

Een verhuizing

Maar wat gebeurt er als de eigenaar van het terrein na verloop van tijd wil verhuizen? Moeten dan een of meer lijken worden opgegraven en verhuizen die mee? Ook daar heeft de wet een oplossing voor.

De aanvrager garandeert dat het graf minimaal tien jaar blijft bestaan (wettelijke grafrusttermijn). Daarnaast heeft hij een aantoonbare emotionele of historische binding met het terrein die hij ook minstens dertig jaar wil voorzetten. In de praktijk zal het waarschijnlijk om een landgoed gaan dat al vaak lang in het bezit is van een familie en dat de komende tijd ook nog blijft. Iemand die niet aan deze eis kan voldoen, krijgt dus sowieso geen toestemming van de gemeente om op eigen terrein iemand te begraven.