Middelburg en de NS sluiten compromis over restauratie station

De gemeente Middelburg en de NS hebben overeenstemming bereikt over hoe de fundering van het station moet worden vernieuwd. Middelburg wilde dat op historisch verantwoorde wijze doen. De NS wilde een oplossing die zeker dertig jaar standhoudt. Een door de gemeente in de arm genomen ingenieursbureau bedacht het ei van Columbus.

De gemeente Middelburg is trots op haar station, een rijksmonument stammend uit 1872. Daarom is het veel inwoners een doorn in het oog dat het al jaren in slechte staat verkeert. De onderhandelingen over de noodzakelijke restauratie verliepen tot nu toe moeizaam, omdat er diverse partijen bij waren betrokken: de gemeente, de NS, ProRail en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Inzet van lange discussies was het herstel van de fundering van het gebouw. De gemeente, bij monde van wethouder Eduard Smit (Cultureel Erfgoed) vond dat de oude fundering zo veel mogelijk behouden moest blijven. NS Vastgoed wilde in ieder geval een solide oplossing voor zeker de komende dertig jaar. Het bedrijf, dat winkelruimte in stations verhuurt, wilde voorkomen dat over een paar jaar ondernemers vanwege verzakkingen of scheuren hun winkelpand zouden moeten verlaten.

Oplopende spanningen

Het verschil van inzicht deed de spanningen tussen gemeente en NS oplopen. Zo verzuchtte NS-woordvoerder Arno Leblanc op enig moment dat ‘Middelburg niet moest doen alsof wij geen ervaring hebben met het restaureren van historische stationsgebouwen ‘, waarbij Leblanc verwees naar succesvolle restauraties van onder meer de stations in Maastricht en Roermond.

Om uit de impasse te komen, schakelde Middelburg een ingenieursbureau in. Wethouder Smit: “Dit bureau heeft een lichtere variant voor de fundering ontwikkeld die over de historische grondvesten wordt geplaatst. Wij zijn tevreden omdat de historisch basis van het gebouw bewaard blijft en de NS is content dat deze oplossing zeker 30 jaar mee kan. Middelburg heeft maar één historisch station. Dat kun je dus ook maar één keer verprutsen door een foute restauratie.”

‘Stevig aan de slag’

De wethouder benadrukt dat de overeenstemming niet betekent dat morgen de restauratie kan beginnen. Smit: “Maar de belangrijkste hobbel is genomen. We gaan nu stevig aan de slag met het restauratieplan. Dat duurt nog zeker tot het einde van dit jaar. Daar heeft ook de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een belangrijke stem in. Daarna moeten de werkzaamheden beginnen. In deze tijd is het heel moeilijk om bouwprojecten van de grond te krijgen, dus ik waag me niet aan een voorspelling wanneer de restauratie is afgerond.”

Foto: Rowan Vendelbosch