Colleges van Walcherse gemeenten en provincie stellen geld beschikbaar voor kenniscentrum slavernij

De oprichting van een kenniscentrum voor het Slavernijverleden in Zeeland komt dichterbij. De colleges van gemeenten Middelburg, Veere, Vlissingen en de Provincie Zeeland maken geld vrij om te werken aan de volgende stappen, zoals het aanstellen van twee adviseurs.

Middelburg maakt nu 50.000 beschikbaar, Veere 20.000 en Vlissingen eveneens 20.000. De Provincie legt 70.000 euro bij. Het advies over zo’n kenniscentrum is geschreven door Dienke Hondius. In augustus 2023 werd zij aangesteld als kwartiermaker voor dit onderzoek door de vier Zeeuwse overheden. In het rapport adviseert ze om in 2024 voorbereidingen te treffen, onder meer door het verlenen van opdrachten aan enkele (tijdelijke) coördinatoren en/of adviseurs, te werken aan de financiering van het kenniscentrum voor de komende jaren, en de gesprekken met partners op landelijk en internationaal niveau door te zetten.

Trekkers aanwijzen

De voorbereidingen zullen dit jaar plaatsvinden en er met name op gericht zijn om het Kenniscentrum Slavernijverleden in ‘de etalage’ te zetten. Om te kunnen starten is er, naast de financiële bijdragen van de drie Zeeuwse gemeenten en provincie, meer nodig. De komende tijd wordt daarover het gesprek gevoerd met de overige Zeeuwse overheden en het Rijk. Daarnaast worden er twee trekkers aangewezen. Deze trekkers gaan een advies opstellen over de oprichting van een stichting. Daarnaast werken ze de drie hoofdtaken verder uit: onderzoek, voorlichting en educatie.

Zeeuwse gezagsdragers

In 2022 werd besloten om een onderzoek in te laten stellen naar de haalbaarheid van een nationaal kenniscentrum, na de aanbeveling van een werkconferentie in 2021 en onderstreept door het Adviescollege Slavernijverleden in het rapport Ketenen van het verleden, Rapport van Bevindingen. Op 1 juli 2023 heeft toenmalig commissaris van de Koning Han Polman namens het provinciebestuur gezegd dat ‘niemand van ons persoonlijk schuldig is aan de slavernij van toen’. Maar ook dat ‘Zeeuwse gezagdragers en anderen, tienduizenden medemensen systematisch en gruwelijk hebben ontmenselijkt. En dat het daarom belangrijk is excuses te maken en het bewustzijn over het slavernijverleden te stimuleren’.

De viering van Keti Koti, het Surinaamse feest vanwege de afschaffing slavernij, in Middelburg. (foto: Provincie Zeeland)