Weer terug bij zijn kindje De Mercuur

Museumschip De Mercuur in Vlissingen legde zaterdag de rode loper uit voor bijzonder bezoek. Frans Boetes kwam kijken hoe het met ‘zijn’ schip gesteld was.

Het is aan de Hagenaar, nu inwoner van de VS, te danken dat de Mercuur begin jaren negentig niet tot schroot werd verwerkt en het later, na veel liefde en aandacht tot museumschip in Vlissingen wist te schoppen. Aan boord van wat hij ‘zijn baby’ noemt, vertelde Boetes opnieuw hoe het allemaal is gegaan. ,,Ik zag die Mercuur liggen en ik vroeg ‘wat is dat?’ Ik kreeg als antwoord ‘Ah, joh dat is helemaal niks. Dat is Amerikaans.’ Ik heb een kijkje genomen en ik was zo onder indruk. Ook van de apparatuur. Ik dacht waarom slopen we dit nou?

Een houten marineschip, de laatste houten oceaanmijnveger. Uit de tijd dat mijnenvegers van hout werden gemaakt om te voorkomen dat ze magnetische mijnen activeren. Dankzij een rijk netwerk, wist Boetes het schip te redden waarna de Mercuur een museumschip in Scheveningen werd. In 2015 dreigde opnieuw een einde voor het schip omdat er veel asbest verwijderd zou moeten worden. De Mercuur werd teruggegeven aan defensie en vond later een nieuwe plek in Zeeland, bij de Stichting Maritiem Erfgoed Vlissingen. Een kostbare en grondige asbestsanering en restauratie volgde.

Boetes trof zaterdag zijn baby in een heel andere staat aan. Vrijwilligers van het museumschip hebben de laatste jaren veel werk verzet. Boetes kwam niet met lege handen. Hij had een check meegenomen. De Mercuur maakte op haar beurt van Boetes, als founding father van het schip, een ere-bestuurslid.

Frans Boetes en zijn vrouw aan boord van de Mercuur. foto Guido van der Heijden