Archeologen zoeken opnieuw bij offerput Grijpskerke
Zo’n 22 jaar geleden werd er in een akker aan de Kievitshoekweg in Grijpskerke een schat aan archeologisch materiaal gevonden uit de ijzertijd. De afgelopen twee weken deed een team van de Leidse universiteit er nader onderzoek.
,,Of we er ook archeologische vondsten hebben gedaan? Het simpele antwoord is nee”, zegt Joanne Mol na twee weken veldwerk onomwonden. Maar de archeologen kwam ook niet voor nog meer scherven en botten naar Grijpskerke.
Als Zeeuw wil je weten waar je vandaan komt.” Joanne Mol, Universiteit Leiden Faculteit der Archeologie
Mol, universitair docent geoarcheologie aan de Leidse archeologie faculteit is zelf een Zeeuwse, afkomstig van Schouwen-Duiveland. Ze is niet teleurgesteld. ,,Als Zeeuw wil je weten waar je vandaan komt. Je hoort vaak zeggen dat Walcheren pas bewoond werd met de komst van de Romeinen. Nou, daarvoor woonden er echt wel mensen hier.”
Offerkuil
Bij het graven van een watergang werd in 2003 een karrenvracht aan archeologische vondsten gedaan. Een enorme hoeveelheid aardewerken potten uit de late ijzertijd; ongeveer tweehonderd voor Christus. Botresten van dieren en gebruiksvoorwerpen uit de ijzertijd. Het vermoeden is dat het een offerkuil betrof.

Een deel van wat 22 jaar geleden bij Grijpskerke werd gevonden is te zien in het Zeeuws Museum. ,,Een deel zal binnenkort ook in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden te zien zijn tijdens de expositie van archeologische hoogtepunten van Nederland.”
Getuige in ieder geval de beroemde vondst uit 2003. Ze durft de vergelijking met het Engelse Sutton Hoo wel aan. In 1939 werd in Engeland een vroeg middeleeuws schip in een grafheuvel gevonden. Het graf, rijk aan kostbare grafgiften was vermoedelijk een koningsgraf. Sutton Hoo is een begrip in de archeologiewereld. ,,Ik zou dit wel de Nederlandse Sutton Hoo durven noemen, zo belangrijk is het.”

Een elftal studenten van de faculteit voerde de afgelopen twee weken in de directe omgeving van de offerput grondboringen uit. Lange dunne buizen werden meters de grond in geduwd, waarna de aardlagen in een lange goot nauwkeurig werden onderzocht. Het leverde geen nieuwe scherven of andere resten op. Dat was ook niet het doel. Met de boringen en een drone die subtiele veranderingen in het aardmagnetisch veld meet, willen de archeologen een blik werpen door de dikke laag klei. Zo werd er al geconstateerd dat er een zandlaag ligt rond de vindplaats uit 2003. Of de offerplaats in de ijzertijd een opgeworpen heuvel was, durven de archeologen nog niet te zeggen. ,,We doen onderzoek naar het landschap in het kader van archeologie”, legt docent en archeoloog Richard Jansen uit. ,,Mensen doen niets voor niets.”
Onbekend
Mogelijk dat in de toekomst meer onderzoek wordt verricht. Wel als het aan Joanne Mol ligt want van haar eigen provincie is veel nog onbekend. Niet omdat er amper iets te vinden valt. Archeologen moeten het hebben van de aanleg van wijken en wegen. Voor de heipalen de grond in gaan, moet er altijd archeologisch onderzoek verricht worden. ,,Hier in Zeeland wordt niet veel gebouwd, in vergelijking met de Randstad”, weet Mol. ,,Daar wordt veel gevonden omdat we daar vaker onderzoek doen. Hier minder. Niet omdat er vroeger hier niemand woonde. Er woonden wel zeker mensen. Ook voor de Romeinen hier kwamen.”