‘Toerisme houdt kleine familiebedrijven en leefbaarheid Veere in stand’

MKB-bedrijven in de gemeente Veere hebben ruimte nodig om te kunnen groeien, willen ze overleven, zegt Kees Mesu van VEKABO In het Groen. De jongere generaties staan klaar om het stokje over te nemen, maar hebben wel perspectief nodig. “15 procent groeiruimte is voor minicampings en kleinere hotels te mager.”

De commissie ruimte van de Veerse gemeenteraad behandelde 11 september het Ontwikkelkader Verblijfsrecreatie fase 2. De gemeente kampt met de groei van de verblijfsrecreatie en de bijkomende (verkeers-)drukte, maar wil ook ondernemers zicht bieden op een gezonde en duurzame bedrijfsvoering. Er waren acht insprekers uit de Veerse en Zeeuwse recreatiesector, onder wie Mesu. Ze waren ontstemd over de plannen en dan met name over de maximaal 15 procent groeiruimte, waarover in het Ontwikkelkader Verblijfsrecreatie werd gesproken.

Perspectief

Geef agrarische campings en kleinere hotels perspectief, luidde hun boodschap. De vrees is ook dat grote investeringsmaatschappijen en grootschalige ontwikkelingen de overhand krijgen, ten koste van de kansen voor het MKB in Veere. Ook de gemeenteraad was kritisch. Wethouder John de Jonge (Hart voor Veere) kwam met toezeggingen. In een nieuw voorstel komt er ruimte voor maatwerk voor kleine familiehotels en agrarische minicampings. De groei maximeren op 15 procent is wellicht te rigide, erkende het college. Het raadsvoorstel is terug naar de tekentafel.

Minicampings

Kees Mesu is eigenaar van landschapscamping en akkerbouwbedrijf Hofstede Elzenoord bij Vrouwenpolder. Hij is bestuurlijk actief in de belangenvereniging VEKABO In het Groen en het platform Toeristische Ondernemer Zeeland (TOZ). Mesu begon in 1990 met een minicamping bij het familiebedrijf. De camping groeide door naar 25 kampeerplaatsen en later naar 40 plekken. Nu met de huidige landschapscamping Elzenoord heeft hij 60 plaatsen. Ook verhuurt hij er kamers en huisjes. “Maar ik voel me nog steeds een kleine campinghouder”, zegt hij.

Er zijn zo’n 160 boerenbedrijven met een minicamping in de gemeente Veere, zegt Mesu. Daarvan heeft slechts een derde meer dan 15 staanplaatsen. Een ruime meerderheid behoort dus tot de kleinere bedrijven.

Geen financiering

“15 procent groei betekent voor een minicamping hooguit vier plekken erbij. Als je dan als kleine ondernemer naar de bank gaat voor financiering, krijg je nul op rekest. Financiers nemen geen genoegen met 2 of 3 procent rendement. Bij verschillende familiebedrijven staat de jongere generatie om het stokje over te nemen. Ze willen graag verder, maar dan hebben ze wel perspectief nodig. 15 procent groeiruimte is te mager.” Daarnaast benadrukt Mesu dat ruimte om te groeien ook kan betekenen dat een bedrijf kans krijgt om kwaliteitsverbeteringen door te voeren.

Daarnaast zijn de kosten enorm gestegen, zegt Mesu. “Energie, gemeentelijke belastingen, de bouwkosten zijn met 20 tot 30 procent gestegen sinds de coronaperiode. Daarnaast vraagt de gemeente ons om verder te verduurzamen. Dat kan, maar die verduurzaming moet wel ergens uit worden betaald.”

Sentiment

In een eerder stadium waren de Veerse ondernemers wel betrokken bij de totstandkoming van het ontwikkelkader, zegt Mesu. Maar door de haast om het voorstel voor te kunnen leggen aan de gemeenteraad is de participatie onvoldoende afgerond. Onduidelijk is volgens Mesu ook nog welke eisen de gemeente stelt bij de verduurzaming.

Dat er overlast is van het toerisme in Veere, spreekt Mesu tegen. “Benoem de excessen dan ook”, zegt hij. “Er wordt ingespeeld op sentiment. Ik zie vaak dat mijn gasten elektrische fietsen bij zich hebben. Daarmee verkennen ze de omgeving of bezoeken ze Middelburg. In drie weken tijd gebruiken ze slechts een paar keer de auto. Veere kan niet zonder de toeristen. Dankzij de toeristen blijven voorzieningen in de dorpen behouden en blijft het ook leefbaar voor de inwoners.”

Kees Mesu wil het belang van MKB-bedrijven in Veere graag benadrukken. (foto: Peter Urbanus)