College Vlissingen weigert vergunning voor geitenhouderij Ritthem wegens ontbreken MER

Het Vlissingse college van B en W heeft het voornemen om de aangevraagde vergunning voor een melkgeitenhouderij in Ritthem te weigeren. Er had een Milieueffectrapportage (MER) bij de vergunningsaanvraag moeten zitten. De aanvrager is hiervan op de hoogte gesteld en krijgt gelegenheid om een zienswijze in te dienen.

Het college was eerder voornemens om de vergunning wel te verlenen. Na een zogeheten zienswijzenprocedure komt het college op dat besluit terug, omdat blijkt dat er een MER (Milieu Effect Rapportage) nodig is. Omdat er geen MER zit bij de ingediende vergunningaanvraag, kan het college niets anders doen dan de aanvraag weigeren. In de periode 29 juni tot en met 9 augustus 2023 heeft het ontwerpbesluit voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het vestigen van een geitenhouderij aan de Westhoekweg 3 te Ritthem ter inzage gelegen.

15 zienswijzen

Er zijn in totaal 15 zienswijzen ingediend. De meest vérstrekkende zienswijze ziet op de grond dat van de vergunningaanvragen een MER geëist
behoort te worden. Deze zienswijze is gegrond en heeft tot gevolg dat van de aanvrager geëist wordt een MER op te stellen. Daardoor moet het college de vergunningaanvraag nu weigeren. Voor de aanvrager is dit besluit dan ook wezenlijk anders dan het eerste ontwerpbesluit, omdat nu de aanvraag geweigerd wordt en hij dus in een ongunstigere positie komt.

Gezondheid

Uit zorgvuldigheidsoverwegingen is er daarom een tweede ontwerpbesluit genomen en dat is een weigering van de aanvraag, aldus het college van B en W. Mocht de aanvrager of een andere belanghebbende verweer willen voeren tegen dit tweede ontwerpbesluit, dan kan hij dat doen door middel van het indienen van een zienswijze. De indieners van de zienswijzen wijzen op de relatie tussen gezondheid en de werking van de geitenhouderij.

Verder onderzoek

In de afgelopen jaren heeft onderzoek uitgewezen dat mensen die in de buurt wonen van geitenhouderijen een grotere kans hebben op longontsteking. Het is nog onduidelijk waardoor het verband tussen geitenhouderijen en een verhoogde kans op longontsteking kan worden verklaard. Effectieve maatregelen bij geitenhouderijen zijn daarom op dit moment niet bekend. Verder onderzoek door de RIVM en GGD moet uitwijzen waardoor het komt dat geitenhouderijen een risico vormen voor de gezondheid van omwonenden en welke maatregelen zinvol zijn.

Voorzorgsbeginsel

Totdat er meer duidelijkheid is over de oorzaak van de longontsteking en een integrale aanpak, adviseert de GGD het voorzorgsbeginsel toe te passen en terughoudend te zijn. Met een MER kan een aanvrager aantonen dat hij voldoende maatregelen kan en zal treffen om het risico op een verhoogde kans op longontsteking bij omwonenden te voorkomen.

Foto: Pixaby