Burgemeester Middelburg wil ideeën horen hoe Oud en Nieuw weer leuk kan worden
Het was een jaar van kennismaken voor burgemeester Yvonne van Mastrigt. Zaterdag gaf de burgemeester van Middelburg haar eerste Nieuwjaarsrede in het oude stadhuis.
Van het rondrijden op brommers zonder uitlaat in Arnemuiden, bezoeken aan de verschillende wijken en dorpen van de gemeente tot de voetbalderby tussen Zeelandia en Dauwendaele. ,,Ik heb geleerd dat Middelburg meer is dan het centrum van de stad”, zei Van Mastrigt erover.
Het afgelopen jaar passeerde Middelburg de kaap van 50.000 inwoners. ,,Natuurlijk biedt een dergelijk inwonertal de nodige uitdagingen. ,,Zo zullen we de komende jaren moeten gaan bouwen om iedereen, niet alleen een woonplaats, maar ook een thuis te geven. In het afgelopen jaar spraken wij met u over mogelijke bouwlocaties. U mocht uw voorkeuren aangeven, maar ook uw bezwaren kenbaar maken. Wij vinden uw inbreng erg belangrijk. Bestuur is tegenwoordig geen eenrichtingsverkeer meer.” De burgemeester haalde de toespraak van de Commissaris van de Koning aan die benadrukte dat Zeeland moet groeien in aantal inwoners. Groei is meer dan huizen bouwen, stelde Van Mastrigt. ,,We moeten ook gemeenschappen bouwen. Dat kost tijd en dat kost inspanningen van ons allemaal.”
Oud en Nieuw
De burgemeester benadrukte de waarde van samenwerking en prees de inzet van vrijwilligers die veel clubs, verenigingen en organisaties draaiende houden. Ook riep ze de inwoners op vooral met ideeën te komen voor het volgende Burgerberaad. Dit jaar wil Middelburg brainstormen hoe Oud en Nieuw op een leuke manier gevierd kan worden. ,,Het was een dag met dubbele gevoelens”, zei de burgemeester over de laatste jaarwisseling. ,,Ik zag de saamhorigheid in de dorpen en de binnenstad en de gezelligheid in de feesttenten. Maar er was ook die brand en een naar ongeluk. Op verschillende plekken in onze provincie heeft vuurwerk akelige incidenten veroorzaakt. In het aankomende burgerberaad willen we bespreken hoe we van Oud en Nieuw een feest maken ván en vóor iedereen.”