Op nachtvlinderexcursie in Serooskerke met kenner Pieter Simpelaar

Rood weeskind, kameeltje, zwartvlek dwergspanner, huismoeder, de peper en zoutvlinder, gewone worteluil. Het rijk der nachtvlinders kent een enorm aantal soorten. Nachtvlinderkenner Pieter Simpelaar neemt geïnteresseerden zaterdagochtend in Serooskerke mee op een leuke excursie, in het kader van de Nationale Nachtvlindernacht.

Vorig jaar leidde Pieter Simpelaar (87) uit Oostburg voor het eerst zo’n nachtvlinderexcursie in de Woongaard in Serooskerke. Zijn zoon woont daar en zodoende is het bekend gebied. Er kwamen zo’n 15 geïnteresseerden op af. In de Woongaard beheren de bewoners van de omliggende woningen zelf de moestuinen en boomgaard, op milieuvriendelijke wijze. Dat maakt het tot een zeer geschikte locatie om nachtvlinders te zoeken.

“We vingen toen met een val 113 vlinders, van 46 verschillende soorten”, vertelt Simpelaar. “Daarnaast vonden we ook nog eens 35 microvlinders.” De vlindertjes worden na identificatie en telling gewoon weer vrij gelaten.

Enorme variatie

Simpelaar was vroeger werkzaam in de bouw. Een natuurexcursie van het Zeeuwse Landschap onder leiding van de bekende Chiel Jacobusse maakte de liefhebber in hem wakker. Aanvankelijk lag zijn interesse vooral bij vogels, maar verschoof richting nachtvlinders, vertelt hij. “Tijdens een excursie in het Zwin waren er ook Belgische nachtvlinderkenners bij. Er was een jongen van 18 jaar die zo alle Latijnse namen kon opnoemen.” Zo raakte de Zeeuws-Vlaming in de ban van de diertjes, die een enorme variatie in grootte, uiterlijk en kleuren vertonen.

Herkennen

“In het begin gebruikten we een Engels boek”, zegt Simpelaar. “Dat was lastig. We zaten een halve dag te turen voordat we een nachtvlindertje wisten te herkennen. Daarna begonnen we foto’s te maken en ging het identificeren veel sneller. Nu stuurt mijn zoon als hij op vakantie in Zuid-Frankrijk is soms foto’s van nachtvlinders en heb ik zo gevonden welke soort het is.” Simpelaar pakt zijn boek erbij en wijst de gestreepte pijlstaart aan, een forse, fraai getekende nachtvlinder.

Zuidelijke soorten

Sowieso stellen Simpelaar en andere enthousiastelingen vast dat er meer zuidelijke soorten in Nederland zijn te vinden, door het stijgen van de temperaturen. Om nachtvlinders te vangen en identificeren zijn de maanden juli en augustus het beste, zegt hij. Er vliegen er dan veel rond en daar zijn bijzondere exemplaren bij. De tendens is dat er minder nachtvlinders van dezelfde soort worden gevangen. “Vroeger vingen we honderden nachtvlinders van dezelfde soort. Dat gebeurt niet meer, maar we zien wel weer meer soorten.”

Mooie hobby

Behalve in zijn eigen tuin is er nog een plek in Oostburg en één in Cadzand waar hij geregeld onderzoek doet naar nachtvlinders. Vorige week identificeerde hij een vale lichtmot. “Die zijn zeer zeldzaam. Het was pas dat derde waarneming in Nederland.” Hij zette de foto op de waarnemingenpagina van de website van de Vlinderstichting.

Simpelaar bladert graag in zijn boeken. Hij wijst de nachtpauwoog aan, een grote, schitterend gekleurde nachtvlinder. “Dat die niet overdag vliegt”, lacht hij. “Het is een mooie hobby, die ik op mijn gemakje kan beoefenen.”

Komende vrijdag en zaterdag wordt de Nationale Nachtvlindernacht gehouden. Deze wordt gecoördineerd door De Vlinderstichting. De nachtvlinderexcursie met Pieter Simpelaar start zaterdagochtend om 9.30 uur aan de Woongaard 26 in Serooskerke. Wie weet zie je een spurrie-uiltje, agaatvlinder of windepijlstaart.

Nachtvlinderkenner Pieter Simpelaar. (foto: Peter Urbanus)