Gemeente Vlissingen zoekt geld voor project Buurtbrouwels in Bossenburgh
De gemeente Vlissingen is enthousiast over de inzet van Buurtbrouwsels in Bossenburgh. Maar financiële middelen om het sociale en creatieve project project voort te zetten ontbreken vooralsnog, zegt wethouder Jeroen Portier op vragen vanuit de gemeenteraad. De gemeente kijkt naar de provincie voor nieuwe subsidiëring.
Cultuurpunt Walcheren had meerdere gemeenteraadsfracties aangeschreven over het project Buurtbrouwsels. De fractie van CU had er al raadsvragen over gesteld. Tijdens de vergadering van de commissie P&C van donderdag kwam het project ter sprake. Zonder nieuwe subsidie houdt het op en dat zou jammer zijn. Het ‘wijkatelier’ Buurtbrouwsels biedt sinds oktober vorig jaar wel een plek voor ontmoeting, creativiteit en cultuurparticipatie.
Veerkracht en sociale cohesie
In Bossenburgh zijn er verder geen plekken waar wijkbewoners elkaar kunnen ontmoeten. Geen café, buurthuis, buurtsupermarkt of sportschool. Het wijkatelier bij basisschool Omnibus heeft als doel om de sociale cohesie en de veerkracht van de bewoners in de wijk te vergroten, stelt Cultuurpunt Walcheren. Deelnemen aan culturele en creatieve activiteiten is goed voor de mentale gezondheid, geeft plezier, een doel en bezigheid in de wijk waar verder weinig te beleven is. Het is in de woorden van de fractie CU toch een wijk waar extra aandacht voor nodig is.
Cultuurbudget
Cultuurpunt Walcheren kreeg vorig jaar subsidie voor Buurtbrouwsels en vroeg opnieuw subsidie aan. De gemeente ging er echter vanuit dat het een tijdelijk project was. Zodoende was er structureel geen geld voor gereserveerd. Punt is volgens de wethouder dat de subsidie vanuit het cultuurbudget was verstrekt, al zag ook hij de raakvlakken met het zogeheten sociaal domein.
De gemeente kijkt nu naar de provincie voor verdere subsidiëring, zei Portier. De gemeente zal tot na de zomer middelen ter beschikking stellen om het wijkatelier tot dan overeind te houden. De wethouder beloofde de gemeenteraad op de hoogte te houden.
Foto: Peter Urbanus
