Bodemsanering terrein vroegere gasfabriek aan de Wijnbergse Kade in Vlissingen bijna afgerond
Het omvangrijke bodemsaneringsproject op het terrein van de voormalige gasfabriek aan de Wijnbergse Kade in Vlissingen wordt binnenkort definitief afgerond. Dit project is in 1985 in opdracht van de Provincie Zeeland gestart en omvatte naast het afgraven van de verontreinigde grond ook een jarenlange grondwatersanering.
In 1955 zijn de gebouwen van de gasfabriek gesloopt en in 1985 werd in opdracht van de provincie Zeeland gestart met het afgraven en afvoeren van de verontreinigde grond. In de gemeentelijke gasfabrieken werd gas voor huishoudelijk en ander gebruik uit steenkolen gewonnen. Daarbij raakte de ondergrond tot wel tien meter diepte ernstig vervuild. Ook de gezondheid van werknemers van de gasfabrieken ging hard achteruit; gemiddeld werden zij niet ouder dan 35 jaar. Na sluiting van de gasfabrieken restte ernstige bodemvervuiling.
Na de bodemsanering is het terrein opnieuw ingericht als speeltuin en zijn aan de Paardenstraat woningen gebouwd. Vanaf 2002 startte de grondwatersanering waarbij verontreinigd grondwater is opgepompt, gezuiverd en geloosd op de riolering. Deze grondwatersanering heeft tot en met 2014 geduurd.
Technisch afgerond
De bodemsanering was hiermee technisch afgerond In de afgelopen jaren is grondwateronderzoek verricht om de situatie in het grondwater na sanering vast te leggen. Dit onderzoek is nu afgerond. Daaruit blijkt dat er een restverontreiniging in het grondwater aanwezig is. De komende jaren wordt het grondwater door RUD Zeeland gecontroleerd door het bemonsteren van peilbuizen. Deze peilbuizen zijn in de afgelopen jaren al geplaatst.
Een bodemsanering moet officieel (administratief) volgens de wet worden afgerond. Dat is tot op heden nog niet gebeurd vanwege een fout in de administratie. Bij de beëindiging van een bodemsanering wordt een besluit genomen op grond van de Wet Bodembescherming. Namens de Provincie Zeeland neemt RUD Zeeland nu dit besluit.
Restverontreiniging
Ondanks de jarenlange bodemsanering is het niet gelukt de grond en het grondwater geheel schoon te krijgen. Er is nog een restverontreiniging in de grond en het grondwater aanwezig, op een diepte van twee tot tien meter. De achtergebleven verontreinigingen vormen geen schade voor planten en leveren geen gezondheidsrisico’s op, zolang deze niet worden opgepompt en er niet dieper wordt gegraven dan twee meter. De verontreinigingen dampen ook niet uit naar kruipruimten of in woningen.
Zes perceeleigenaren, waar mogelijk nog een sterke restverontreiniging in de grond zit, krijgen het aanbod om op korte termijn kosteloos aanvullend bodemonderzoek te laten verrichten. Dat bodemonderzoek bestaat uit het plaatsen van een aantal handmatige grondboringen op het perceel en het nemen en analyseren van grondmonsters. Met de resultaten kan dan een nauwkeurig beeld worden verkregen van de restverontreiniging op het betreffende perceel.
(foto: Peter Urbanus)
